The Father begint met Purcell’s What power art thou? Dat voorspelt weinig goeds, want ‘ziet u niet hoe oud en stijf ik ben, ik kan nauwelijks bewegen…’
Net zoals Chaplin’s The Kid eigenlijk ook best The Father als titel had kunnen hebben, want de vader is toch wel heel belangrijk in die film, had regisseur Florian Zeller zijn film ook best The Daughter als titel kunnen geven, in plaats van The Father. We zien hoe dochter Anne (Olivia Colman) worstelt met haar oude, dementerende vader, Anthony (Hopkins). Ze wordt door hem niet meer herkend en beledigd, afgewezen. Hij haalt alles door elkaar: dit is toch mijn flat?, wie ben jij?, ik was vroeger tapdanser! (nee Pa, je was ingenieur!) Éen keer wurgt ze hem, in gedachten. Een andere keer, zien we haar weer gebogen over haar slapende vader zitten, maar dan aait ze zijn gezicht heel liefdevol. Wat moet dat ook moeilijk zijn, je ooit sterke vader zo te zien lijden. Wij zien Anthony praten met mensen die zijn dochter niet ziet, zíjn hersenschimmen. De regisseur laat ons af en toe even op adem komen door rustig door de vertrekken en de gangen te dwalen met de camera. De ruimte als personage, de zithoek, schilderijen, een stille getuige van het drama. Maar wacht eens even, daar stond toch een bankstel? En die muur had toch een andere kleur? De veranderende mise-en-scène brengt ons als kijker in verwarring, net als Anthony. Ook de goed gekozen muziek speelt een belangrijke rol. Purcell en Einaudi bepalen de sfeer. Anthony luistert zelf, met zijn koptelefoon, naar Norma’s Casta Diva, gezongen door Callas, en het dramatische Je Crois Entendre van Bizet, waarbij de plaat blijft hangen. Herinneringen aan een overleden geliefde? Heel ontroerend verwoordt Anthony op het laatst zijn gevoel van verlies, hij wil naar zijn moeder en voelt zich alsof hij als een boom, al zijn bladeren verliest, zijn takken, en, de wind en de regen. Gelukkig troost de verpleegster hem heel liefdevol. Een ingetogen drama, als een toneelstuk. Bekijk hier de Trailer