The Wicker Man is een film uit 1973 die opnieuw wordt uitgebracht, en dat is fantastisch nieuws voor liefhebbers van filmklassiekers, maar ook voor hen die bijvoorbeeld recentelijk gehuiverd hebben bij de vergelijkbare folkloristische horror van Ari Asters Midsommar. Een film die schatplichtig is aan The Wicker Man. In beide films spelen rituelen als het vieren van het midzomerfeest met dansen rond de meiboom een belangrijke rol!
Als vader van twee kinderen die op de Vrije School hebben gezeten, ben ik vaak bevraagd naar die rituelen en wat deze onderwijsvorm nou precies inhoudt. De aandacht voor de natuur, euritmie, de antroposofie, de jaarfeesten, het dansen rond de meiboom met linten. ‘En dan springen jullie over het vuur?’ Hoe leg je dat nu uit aan een onwetende, soms sceptische, buitenstaander?
Kijkend naar The Wicker Man, dacht ik aan deze gesprekjes met andere ouders, die de wonderlijke wereld van de Vrije School maar vreemd vonden. Hoofdpersoon brigadier Howie landt als buitenstaander met zijn vliegtuigje op het kleine Schotse eilandje Summerisle en start zijn zoektocht naar het vermiste meisje Rowan Morrison. Howie is een man van het gezag, en bovendien streng gelovig. Hij valt van de ene verbazing in de andere bij het zien van de vele rituelen van de bewoners. Zijn autoritaire manier van werken en zijn wereldbeeld botsen volledig met wat hij aanschouwt. In de dorpskroeg, waar hij een kamer boekt en een maaltijd bestelt, wordt een scabreus liedje gezongen, over de knappe blonde ‘landlord’s daughter’ Willow die hem meteen probeert te verleiden. De toon is gezet: ‘And when her name is mentioned, the pants of every gentleman, do stand up at attention.’
Dit soort melodieuze liedjes met suggestieve teksten ondersteunen de vele fantastische kleurrijke scènes in dit visuele feest.
Brigadier Howie start zijn onderzoek op de school en vindt in de klas één leeg plekje. Wanneer hij het bureau opent, ziet hij een kever, vastgebonden met een touwtje aan een spijker, rondjes rennen. De kinderen lachen en de juf ontkent het bestaan van het meisje, althans, zij blijken niet in het concept van de dood te geloven. Dan brengt Howie een bezoek aan Lord Summerisle, op diens kasteel, om toestemming te vragen voor het openen van het graf van Rowan dat hij inmiddels heeft gevonden. De gesprekken zijn vaak hilarisch. Zo zegt de Lord: ‘Do sit down, Sergeant. Shocks are so much better absorbed with the knees bent.’ In de omringende tuin van het kasteel ziet Howie met grote ogen naakte mensen over een vuur springen. Ondertussen citeert Lord Summerisle, Christopher Lee met zijn zware bariton, poëzie van Walt Whitman.
Op de begraafplaats, waar een moeder haar baby de borst geeft, laat Howie het graf van Rowan openen. In plaats van haar lichaam vindt hij in de kist een dode haas! ‘Wij geloven in reïncarnatie, Sir’. Eerder vielen hem al de vele chocolade hazen op in een snoepwinkel en een meisje dat hazen tekende. Wat de brave brigadier betreft is dit eiland een plek van ‘ontaarding, vechten en ontucht’. We horen de John Barleycorn melodie over drankzucht.
’s Avonds op zijn kamer zoekt Howie houvast in zijn gebed, en schieten zijn ogen weifelend op-en-neer. We zien slakken in close-up, tergend langzaam kruipend en we horen ‘Gently, Johnny my Jingalo’. Het kost Howie grote moeite om de verleidelijke Willow te weerstaan, terwijl zij een kamer naast de zijne luidruchtig de liefde bedrijft. Het lied klinkt verder: ‘I put my hand o-on her belly, and she says, do you want to fill me?’
Hoewel brigadier Howie het liefst zou willen vluchten lijkt er geen weg meer terug. Want zonder dat hij het doorheeft, hebben de eilandbewoners hem uitverkoren, als offer om een mislukte oogst te voorkomen. De offerscène is een onvergetelijk spektakel waar je het als kijker heel warm van zult krijgen. Een van de mooiste en ongemakkelijkste zonsondergangen in de filmgeschiedenis: de ontmoeting met de Wicker Man…